Historie

Zantingh werd opgericht in 1935 en vestigde zich onder de rook van Schiphol, in Rijsenhout in de Haarlemmermeerpolder. Het is een familiebedrijf waar inmiddels de derde generatie Zantingh aan het roer staat. De oprichter vestigde zich in dit gebied als kachelsmid aangezien de vraag naar ketels voor het verwarmen van tuinbouwkassen groeide. Na de oorlog maakten kolenketels plaats voor op olie gestookte ketels. Toen in Slochteren rond het eind van de jaren ’60 grote gasvelden werden ontdekt, werd veelal overgegaan op aardgas als brandstof. De jaren ’70 stonden in het teken van gasbranders en energiebesparing door middel van rookgaskoeling. Een 24-uurs servicedienst werd opgezet om storingen op te lossen en om geleverde installaties van onderhoud te voorzien. Het productaanbod werd aangevuld met een centrale verwarmingsgroothandel met vele duizenden componenten uit voorraad leverbaar vanuit inmiddels meerdere vestigingen.

In de jaren ’80 en ’90 speelde warmte-krachtkoppeling een belangrijke rol, maar die activiteiten werden eind vorig millennium beëindigd. De glastuinbouw – nog steeds een belangrijk marktsegment van Zantingh – maakte opnieuw een sterke groei door, niet alleen in Nederland, maar vooral ook in het buitenland. Hierdoor groeide ook de vraag naar service. In Nederland werd het periodiek inspecteren van gastoestellen wettelijk verplicht gesteld, werden de milieu-eisen strenger en de vraag naar duurzame en energie-efficiënte installaties groeide. Zantingh ontwikkelt producten waarin moderne technieken zoals micro-elektronica een steeds belangrijkere rol krijgen. Proactieve productontwikkeling maakte van Zantingh een internationaal opererend bedrijf met wereldwijd afnemers in de glastuinbouw, de industrie en de utiliteitsbouw.